Wanneer iemand een onderneming in de vorm van een eenmanszaak drijft, dan is de eigenaar met zijn privé vermogen één-op-één aansprakelijk voor de schulden die in zijn of haar onderneming worden gemaakt. Ook vennoten in een vennootschap onder firma zijn met het privé vermogen aansprakelijk voor schulden van de vennootschap onder firma wanneer het vermogen van deze vennootschap ontoereikend is om de schulden te voldoen. Bij rechtspersonen – zoals de besloten vennootschap (de B.V.) en de naamloze vennootschap (de N.V.) – is dat anders. Deze rechtspersonen hebben namelijk rechtspersoonlijkheid en een afscheiden vermogen. Simpel gezegd houdt dit in dat deze vennootschappen alleen zelf aansprakelijk zijn voor haar schulden en niet de bestuurders van deze vennootschappen met hun privé vermogen. Kan een B.V. of N.V. schulden van haar schuldeisers niet betalen, dan is dat heel vervelend voor de schuldeisers, maar de bestuurder van de vennootschap blijft met zijn of haar privé vermogen buiten schot. Onder omstandigheden kunnen bestuurders toch aansprakelijk gesteld worden voor hun daden. Dit noemen we bestuurdersaansprakelijkheid, waarbij we grofweg twee vormen kennen: de interne en externe bestuurdersaansprakelijkheid.
Allereest de interne bestuurdersaansprakelijkheid. Dit is de vorm van aansprakelijkheid waarin er sprake is van onbehoorlijke taakvervulling door de bestuurder jegens de rechtspersoon zelf en de rechtspersoon daardoor schade heeft geleden. Bestaat het bestuur van een rechtspersoon uit meerdere bestuurders, dan is in geval van interne bestuurdersaansprakelijkheid sprake van zogenaamde collectieve aansprakelijkheid. Alle bestuurders gezamenlijk zijn dan aansprakelijk voor het onbehoorlijke bestuur. Slechts in uitzonderlijke situaties kan de individuele bestuurder die geen blaam treft zich disculperen.
De tegenhanger van de interne aansprakelijkheid is (weinig verrassend) de externe bestuurdersaansprakelijkheid. Waar het bij de interne aansprakelijkheid aldus gaat om aansprakelijkheid van de bestuurder jegens de rechtspersoon zelf, gaat het bij de externe aansprakelijkheid juist om de aansprakelijkheid van de bestuurder jegens derden voor schade die zij lijden als gevolg van het handelen van de bestuurder. Van externe bestuurdersaansprakelijkheid kan bijvoorbeeld sprake zijn indien de bestuurder van een rechtspersoon namens de rechtspersoon verplichtingen is aangegaan, waarvan de bestuurder wist of behoorde te weten dat de rechtspersoon deze verplichtingen niet zou kunnen nakomen en de derde partij hierdoor schade zal leiden.
De problematiek rondom de bestuurdersaansprakelijkheid komt veelal om de hoek kijken in geval van een faillissement van een rechtspersoon. Enerzijds omdat curatoren altijd de rol van het bestuurder gaan onderzoeken, waarbij het kan zijn dat de curator tot het oordeel komt dat de bestuurder de taak onbehoorlijk heeft vervuld (bijvoorbeeld door in strijd met de wet geen deugdelijke administratie bij te houden waaruit te allen tijde de vermogenstoestand van de rechtspersoon blijkt) of omdat de jaarrekening van de rechtspersoon in één of meerdere jaren niet tijdig zijn gedeponeerd. Anderzijds omdat schuldeisers van de rechtspersoon veelal geconfronteerd worden met het feit dat hun vorderingen niet meer voldaan zullen worden en zij hardnekkig op zoek gaan naar mogelijkheden om alsnog (een deel van) de vordering geïncasseerd te krijgen.
De ondernemingsrechtadvocaten van SPRAAQ Advocaten zijn zeer ervaren daar waar het gaat om bestuurdersaansprakelijkheidskwesties. Neem gerust vrijblijvend contact op om te zien of en waarmee wij u kunnen helpen
SPRAAQ gebruikt uw gegevens alléén om contact op te nemen.
Wij zijn aangesloten bij de geschillencommissie Advocatuur